Lichamen : novelle


Lichamen : novelle
Besprekingen
Op drift in een desolaat niemandsland
'Alles is weerkaatsing, flikkering, glans, geflonker, explosie, uitbarsting, nevel, plasma. Materie die zich probeert te ordenen', staat er in Lichamen, de nieuwe kleine roman van Peter Verhelst. Treed binnen in een literaire echokamer waaruit het onmogelijk ontsnappen is.
Hij moet stilaan een van de meest gelauwerde Vlaamse auteurs zijn, in alle genres die hij bedrijft. Maar een rem op zijn productie zetten die lauwerkransen niet, integendeel. Met de Constantijn Huijgensprijs werd Peter Verhelst (°1962) recent voor zijn volledige oeuvre bekroond. En in deze krant zette hij toen didactisch uiteen hoezeer hij alle mogelijkheden van taal en tekst wil blijven verkennen. "Bij een dichtbundel schrijf je op de heel beperkte millimeter, bij theater moet je met tekst een hele ruimte vullen, elk onderdeel van het geheel moet werken. Bij poëzie wil ik dat je een gedicht twintig, dertig, ja veertig keer kunt herlezen. In proza is dan weer alles mogelijk; de vrijheid is immens en was er altijd al." Verhelst, gretig experimenterend, ziet de werkelijkheid als "een millefeuille waarvan ik zo veel mogelijk blaadjes wil tonen. Niet enkel dat ene, elegant krullende plakje, maar de hele stapeling", vertelde hij daarover in Humo.
Verhelst denkt en schrij…Lees verder
Postapocalyptische poëzie
Met een nieuwe novelle wil Peter Verhelst de verbeelding van zijn lezers aan het werk zetten, maar hij geeft haar nauwelijks een kans.
'Tussen de bomen door doemde een grijswit woonblok op, geometrisch, inspiratieloos. Negen etages hoog. Vasthangend aan een even saai woonblok. Dat op zijn beurt weer aan een identiek woonblok vastzat. Twee berken hadden zich door de ingangstrappen heen gewerkt. Hoge grassen schoten in de zanderige randen van het betonnen wegdek op. Veel ruiten waren gesneuveld. Roeststrepen over het beton.' Het zijn uitgewoonde gebouwen waar het naamloze hoofdpersonage van Peter Verhelsts nieuwste vertelling in ronddwaalt op zoek naar eten en verborgen ruimtes, maar het is ook een uitgewoond genre waarin de onlangs met de Constantijn Huygens-prijs geëerde auteur dat personage dropt.
Postapocalyptische fictie bestaat al sinds onze verre voorouders hun rieten stylussen in een kleitabletje duwden, maar de survivalvariant met door vegetatie overwoekerd beton waar Verhelst zich hier aan waagt, won vooral de afgelopen decennia aan populariteit. Van de stilist die romans als Tongkat (1999) of …Lees verder
Bloeduitstortingen
BOEKENBAL
***1/2
In oktober mocht Peter Verhelst de Constantijn Huygens-prijs in ontvangst nemen voor zijn gehele oeuvre. Met die bekroning werd zijn indrukwekkende prijzenkast nog wat indrukwekkender, waardoor zo stilaan het imago van writer’s writer lonkt: overladen met lof vanuit de literaire wereld, maar voor het grote publiek misschien net iets te eigenzinnig en onpeilbaar. Dat het werk van Verhelst niet bepaald hap-slik-weglectuur is, werd ook in het juryrapport aangestipt, dat zijn oeuvre omschreef als ‘een volgehouden inspanning om te blijven zoeken naar alles wat zou kunnen zijn’. Of zoals het op Wikipedia net iets knulliger beschreven staat: ‘Verhelst is geen eenvoudige literatuur, omdat het verhaal in een poëtische stijl verteld wordt.’ Met zijn nieuwste novelle, ‘Lichamen’, zal de schrijver dat imago niet gauw van zich afschudden. Verhelst neemt ons in ‘Lichamen’ mee naar een postapocalyptische wereld, waarin een n…Lees verder
Lichamen *****
Eerste zin. Er was eens zwart.
Een man dwaalt door een verweerd flatgebouw. Het staat al jaren leeg en lijkt plots verlaten te zijn. Er liggen immers nog overal conserven met voedsel. De woonunits zijn opengebroken en overhoop gehaald. Ramen zijn stuk, overal zit vocht. Er groeit mos op de muren en hier en daar ook grote kelkvormige planten die aan lampenkappen doen denken. De man klopt op wanden, zoekt holtes. Het levert hem geld, juwelen en zakjes drugs op, maar hij steekt alles terug. Wat heeft dit te betekenen? Peter Verhelsts novelle Lichamen lijkt in een postapocalyptische wereld te spelen waarin troepen honden de straten onveilig maken en de mens een wolf is voor zijn soortgenoten. De man om wie alles draait, is gewapend en bijzonder op zijn hoede. Achter iedere deur kan een beer schuilen, of een andere man. Waar hij is weten we niet, al doet het denken aan een gecontamineerde zone à la Tsjernobyl. Op het platteland rond de stad wachten een paar oude vrouwtjes eenzaam op hun dood. Hoe de man hier g…Lees verder