'Waar zou u een stuk land kopen? Om uzelf te redden, bedoel ik.'
'Novelli dacht er een paar tellen over na en zei toen: 'In Tasmanië. Dat ligt zuidelijk genoeg om te ontsnappen aan de excessieve temperaturen. Het heeft goede voorraden zoet water, het ligt in een democratische staat en er leven geen roofdieren voor de mens. Het is niet te klein maar het is wel een eiland, dus gemakkelijker te verdedigen. Want reken maar dat we ons zullen moeten verdedigen.''
Paolo Giordano, de Italiaanse succesauteur van onder meer De eenzaamheid van de priemgetallen en De hemel verslinden, richt zich in zijn nieuwe boek Tasmanië op de klimaatcrisis. Dat doet hij vrij letterlijk, want hoewel Tasmanië een roman is, bevat die veel meer non-fictie-elementen dan zijn eerdere boeken. Het hoofdpersonage is, net als Giordano zelf, schrijver. Hij blijft naamloos, maar op sociale media gebruikt hij de initialen P.G. Hij is 40 jaar (Giordano werd geboren in 1982), schrijft net als…Lees verder
'Waar zou u een stuk land kopen? Om uzelf te redden, bedoel ik.'
'Novelli dacht er een paar tellen over na en zei toen: 'In Tasmanië. Dat ligt zuidelijk genoeg om te ontsnappen aan de excessieve temperaturen. Het heeft goede voorraden zoet water, het ligt in een democratische staat en er leven geen roofdieren voor de mens. Het is niet te klein maar het is wel een eiland, dus gemakkelijker te verdedigen. Want reken maar dat we ons zullen moeten verdedigen.''
Paolo Giordano, de Italiaanse succesauteur van onder meer De eenzaamheid van de priemgetallen en De hemel verslinden, richt zich in zijn nieuwe boek Tasmanië op de klimaatcrisis. Dat doet hij vrij letterlijk, want hoewel Tasmanië een roman is, bevat die veel meer non-fictie-elementen dan zijn eerdere boeken. Het hoofdpersonage is, net als Giordano zelf, schrijver. Hij blijft naamloos, maar op sociale media gebruikt hij de initialen P.G. Hij is 40 jaar (Giordano werd geboren in 1982), schrijft net als Giordano geregeld stukken voor de Italiaanse krant Corriere della Sera en is, net als Giordano, afgestudeerd in de natuurkunde. O ja, ook maakt het hoofdpersonage zich, net als Giordano, erg veel zorgen om de toekomst van de planeet.
Net als om de koers van zijn eigen leven. Want als de ik-verteller de klimaatconferentie in Parijs verslaat voor zijn krant, concludeert hij gaandeweg dat het duistere lot van de wereld verdacht veel overeenkomsten vertoont met de donkere roffel van zijn eigen noodlot. Hij en zijn vrouw slagen er immers niet in een kind te krijgen, waardoor hun relatie zwaar onder druk staat. Hij haalt geen lol meer uit zijn gastdocentschap aan de universiteit. Oude vriendschappen verwateren, nieuwe komen nauwelijks van de grond. Door een boek te schrijven over een mondiale crisis probeert hij nog enigszins greep te krijgen op de crisis die zijn eigen leven lam legt, maar ook dat werk wil niet vlotten.
Zelfs een romantische vakantie met zijn vrouw naar Guadeloupe biedt weinig soelaas. Het tropische eiland brengt de eerste paar dagen weliswaar een kleine wankeling in zijn ongenoegen teweeg, maar al vrij snel laat hun samenzijn zien wat al veel langer duidelijk was: dwars door hun huwelijk is sluipenderwijs een afgrond ontstaan die nauwelijks meer te overbruggen valt.
Giordano beschrijft die echtelijke sleur zo eerlijk en kwetsbaar dat het bijna ongemakkelijk wordt, alsof je stiekem in iemands dagboek gluurt. Maar omdat je toch wilt weten hoe het verder gaat, ben je er als lezer getuige van hoe de lol langzaam wegsijpelt uit hun relatie, net als de onbevangenheid en het vuur.
In een poging greep te krijgen op zijn leven stort het hoofdpersonage zich op mondiale problemen, zoals de IS-aanslagen in Parijs, de opwarming van de aarde en de migrantenjungle bij Calais. En passant ontwikkelt hij een soort vriendschap met Jacopo Novelli, een klimaatwetenschapper en tv-persoonlijkheid die al zijn posities verliest als hij in een Ted-talk uiteenzet dat mannen de werkelijke slachtoffers zijn van de genderdiscriminatie.
Dat klinkt allemaal als een ratjetoe zonder duidelijke lijn en dat is het eerlijk gezegd ook. Bovendien is het normaal gesproken een zwaktebod wanneer een schrijver een boek schrijft over een moeizaam schrijfproces. Maar juist omdat het Giordano lukt al die mondiale crises te spiegelen aan zijn persoonlijke problemen, en hij dat op een zeer openhartige en intieme manier doet, bekruipt je toch het gevoel dat er in Tasmanië een stukje stem van een generatie zit gevangen.
Die stem vertelt lang niet altijd coherente verhalen, gaat soms van hot naar her en zegt geregeld dingen waar je het ronduit mee oneens bent, maar de boodschap die er vrijwel altijd in doorklinkt, is er eentje die bezorgd is vanwege al die onzekerheid. We leven nu eenmaal in een pre-traumatische tijd, waardoor het niet zo gek is dat zo veel mensen op zoek zijn naar een eigen versie van Tasmanië; naar het laatste droge deel van het zinkende schip, een plek waar je heen kunt vluchten als de crises om je heen simpel te groot voelen.
Tasmanië gaat over veel: een partnerruil met een Nederlands stel, iemands persoonlijke pogingen de laatste omzwervingen van zijn jeugd te rekken, de klimatologische vorm van de wolken, de atoombom op Hiroshima, noem maar op. Zelfs Giordano geeft op het einde toe dat hij niet goed weet wat de rode draad precies is, behalve dat hij schrijft over alle dingen waar hij om heeft moeten huilen. En hoewel er nauwelijks een verband lijkt te bestaan tussen die dingen, is precies die samenhang voor de lezer toch voldoende. Sterker nog: het is veel meer dan voldoende. Het is prachtig.
★★★★☆
Uit het Italiaans vertaald door Manon Smits. De Bezige Bij; 344 pagina's; € 24,99.
Verberg tekst