Ergens in de elfde eeuw begon het verhaal van de Habsburgers op een bescheiden wijze in Zwitserland. Vanaf de vijftiende eeuw werden zij door oorlogvoering, huwelijkspolitiek en de nodige dosis geluk de belangrijkste familie van Europa en bleven dat tot in de twintigste eeuw. Toen kwam er met de ineenstorting van Oostenrijk-Hongarije een einde aan de roemruchte dynastie. In vogelvlucht vertelt dit boek de geschiedenis van het geslacht – van opkomst tot ondergang. Het gebeurt met veel kennis van zaken (de auteur is een specialist in Hongaarse geschiedenis), maar het is nogal een brij aan informatie die de lezer over zich heen gestort krijgt – een duidelijke rode draad zit er niet in. Het is een aaneenschakeling van vorsten (met de ene Leopold na de andere Ferdinand en uiteraard ook 'onze' Karel V) en enkele vorstinnen (van wie Maria Theresia het omslag siert). De tekst wordt verluchtigd met kaartjes en illustraties (veelal in kleur). Merkwaardig genoeg wordt bijvoorbeeld aan de Nederlandse opstand tegen Filips II nauwelijks aandacht besteed. De Oranjes werden zelfs helemaal niet genoemd. Een doordachte en genuanceerde geschiedenis, maar een saai boek omdat een lijn ontbreekt; wel handzaam en goed verzorgd. Met een bronvermelding, literatuurlijst voor verder lezen en een register. Verberg tekst