'De morele verantwoordelijkheid die op je schouders komt te liggen als je een nakomeling op de wereld zet, zie ik toch als tamelijk groot', stelt Christophe Vekeman met een understatement. In zijn nieuwe roman Lege jurken onderwerpt de Gentse schrijver zijn alter ego Lester Brandman aan een experiment dat hij in het echte leven nog even uit de weg gaat. 'Ik zou een te bezorgde vader zijn.' Foto's Stephan Vanfleteren.
'Gisteren nog sprak ik met een goede kennis van me, die net zijn vierde kind had gemaakt bij zijn vierde vrouw", vertelt Vekeman. "Met een zekere joie de vivre zegt die man: 'Als ik een vrouw leer kennen die me aanstaat, maken we samen een baby.' Ik veroordeel dat niet, maar ik zou het niet kunnen. Het past niet binnen mijn moreel kader. Ik zou geen oog meer dichtdoen."
Ook Lester Brandman beleeft de schok van zijn leven als zijn vrouw Alicia - een zelfvoldane tekenares "met een gebrek aan scholing en aanleg" - hem vertelt dat ze twee maanden zwanger is. Vekeman: "Lege jurken is anders dan mijn vorige boeken. De deurenkomedie-achtige intriges van vroeger heb ik ingeruild voor een meer eenvoudige plot, en voor meer persoonlijke beschouwingen en gedachten."
Brandman vlucht het huis uit en komt op café terecht in de armen van een dronken collega. Zou u ook zo onhandig reageren op het blije nieuws?
"Nee, maar ik herken wel zijn dubbele reflex: hij durft de verantwoordelijkheid van het vaderschap niet aan, maar tegelijk durft hij niet aan abortus te denken. Brandman zit gevangen in een rollercoaster van tegenstrijdige gevoelens en indrukken. Wat is echt, wat beeldt hij zich in? Ook wat zijn liefde voor Alicia betreft, voelt hij zich verre van zeker. Haar zwangerschap wakkert zijn twijfels aan over zijn eigen capaciteiten als aanstaande vader, maar ook over zijn gevoelens voor zijn vrouw. Toch wordt de intimiteit tussen hen soms naar een voelbaar hoger niveau getild omdat ze als koppel voor een gezamenlijke keuze staan. Die tweestrijd blijft het hele verhaal lang aan de orde. Het probleem van de liefde is dat ze zich niet laat definiëren. Is de liefde die je voelt oprecht? In hoeverre is ze gevoed door praktische of morele principes en bezwaren? Zelfs wat je eeuwige liefde zou noemen, blijft toch steeds een vaag, vergankelijk en kwikzilveren gevoel."
Lege jurken eindigt ondanks enkele ups en vooral downs al bij al hoopvol. Brandman en Alicia slagen erin wat dichter bij elkaar te komen en elkaar lief te hebben.
"Dat is maar hoe je het bekijkt. Voor mij blijft het toch maar de vraag of het einde wel zo happy is. Je kunt het hele boek ook lezen als een langdurige, onbewuste poging van Brandman om uit zijn relatie te breken. Hij verzint en ensceneert zelfs een overspelige actie, schept erover op, stelt zich helemaal bloot aan de verleiding. Hij schippert voortdurend tussen wat hij zou willen doen, en wat hij volgens zichzelf hoort te doen. Brandman wordt aangevuurd door zijn gevoelens en fantasieën, maar hij wil tegelijk zo moreel hoogstaand mogelijk leven. Hij jaagt niet enkel het geluk na voor zichzelf, hij wil vooral zijn omgeving gelukkig zien: zijn vrouw, zijn toekomstige kind, zijn would-be minnares. Zo functioneert hij nu eenmaal. Hij kan anderen niet zien lijden. In die zin is het een personage dat hoe langer hoe zeldzamer wordt in de literatuur. Harde personages vieren hoogtij."
En in het echte leven, is daar nog wel plaats voor mededogen en altruïsme?
"We leven in een maatschappij die amoreel is. Iedereen moet doen wat hij wil, elkeen is baas over zijn eigen leven, heet het. De zin 'het is mijn leven, dus ik mag er toch mee doen wat ik wil' ligt iedereen in de mond bestorven. Je ziet dat ook in de politiek: rond ethische thema's zoals euthanasie en abortus is een enorme losheid ontstaan. Ik vind daar niks verkeerds aan, maar ik stel me er wel vragen bij. Ik zie de enorme twijfel die volgt uit de boodschap van een maatschappij die zegt: 'Trek uw plan, doe wat je wilt, je hebt maar één plicht: gelukkig zijn.' Dat is een amorele boodschap. Is dat individuele streven wel het allerbelangrijkste, leidt het überhaupt wel naar geluk en niet naar een erbarmelijke samenleving?
"Je hebt mensen die koketteren met hun ongeluk, veelal jonge schrijvers en dichters. Dat is verwerpelijk, maar het is onschuldig en voorbijgaand. Daarnaast heb je echter hoe langer hoe meer BV's en kunstenaars die te koop lopen met hun geluk. Die met een enorm aplomb verkondigen hoe goed ze in hun vel zitten. Dat vind ik een ergerlijke tendens. Om het met een boutade te zeggen: als God had gewild dat wij mensen gelukkig zouden zijn, had hij de wereld wel even anders ingericht. Dat schijngeluk, want daar komt het meestal toch op neer, leidt bovendien tot een doorgedreven zelfgenoegzaamheid: kijk eens waar ik al sta, hoe ik ben geslaagd in iets waar anderen nog niet aan toe zijn."
Waarom wordt er vandaag zoveel gepronkt met het gevonden evenwicht, met het herwonnen persoonlijke geluk?
"Elk tijdperk stelt zijn eigen doelen aan de mens. In de jaren tachtig kon je je pas gelukkig voelen als je een BMW én een Mercedes op de stoep had staan. Maar nu wordt geluk gekoppeld aan het zelfgenoegzame idee van de zelfontplooiing. Iedereen moet naar het theater, iedereen moet boeken lezen, iedereen moet alles kunnen en overal van genieten. Niemand mag zich door wat dan ook belemmerd voelen. Dat hele verwen-jezelf-idee. Nu ben ik zelf nogal sterk in mezelf verwennen, maar goed, ik voel me tenminste wel een beetje zondig als ik pakweg een sigaar van acht euro oprook. Je nu en dan eens zondig voelen is niet per definitie slecht."
En u zou dat gevoel van zonde toch iets meer vertaald willen zien in concrete beperkingen, stringente regels?
"Laat ik één ding duidelijk stellen: dat ik het over moraal heb, wil niet zeggen dat ik een moralist ben. 'Moralist' is zowat het ergste scheldwoord voor een schrijver. Maar de moraal zelf ís er nu eenmaal, blijft een mijns inziens belangwekkend en belangrijk onderwerp, net zoals het geweten gelukkig nog altijd bestaat. De moraal zou je moeten helpen je geweten min of meer zuiver te houden.
"Morele regels zijn natuurlijk ook dikwijls een verdoezeling van je eigen lafheid. Als je te schijterig bent om je vrouw te verlaten, kun je je verschuilen achter een bepaalde moraal. Maar als Brandman zegt, 'een zwangere vrouw verlaat je niet. Een moeder desnoods wel, maar geen zwangere vrouw', dan kan ik daar zelf weinig tegen inbrengen. Sommige dingen doe je gewoon niet. Overdreven genotzucht en zelfdestructie vind ik ook immoreel. Maar het ergste acht ik zelfgenoegzaamheid. Dat is de meest voorkomende, de meest stuitende, de meest verheerlijkte zonde. Precies omdat ik het idee heb dat mijn leven niet alleen van mezelf is. Mijn leven hoort ook het leven zelf toe, laten we het God noemen, en het hoort ook mijn geliefden toe."
Brandman is toch van kindsbeen af gefascineerd door de zonde, misdaad en immoraliteit. Ook iets wat u in uzelf herkent?
"Net zoals Brandman heb ik een plankje vol boeken over seriemoordenaars, ja (lacht). Als je leeft volgens een bepaalde leidraad, levert dat frustraties op, uiteraard. Daar is ook niets verkeerds mee. We moeten de frustratie in ere herstellen. Seriemoordenaars en andere psychopaten, die alles doen wat in hen opkomt, die alleen maar hun instinct volgen, tonen bovenal aan dat de meest vrije mens ter wereld, de mens zonder moraal of frustraties, volslagen gek wordt. De mens is gediend met moraal, net zoals de doorsnee maatschappij gebaat is met geïnstitutionaliseerde moraal, met name religie.
"Als kardinaal Danneels straks kardinaal af is, wordt het katholicisme in Vlaanderen alleen nog maar vertegenwoordigd door Rik Torfs, godbetert. Dus je krijgt een blanco maatschappij op het godsdienstige vlak. Wat gebeurt er dan? De samenleving corrigeert zichzelf. De mensen die ervoor hebben geijverd dat de kerk met de grond gelijk moest worden gemaakt en geen enkele invloed meer mocht hebben op het leven van ons, de vrije westerlingen, dat zijn nu de verdedigers van de islam. En terecht, want de islam is beter dan niks. Een maatschappij zonder moraal in de vorm van religie heeft nooit bestaan, nergens ter wereld. En als ze ergens is ontstaan, is ze weggevaagd. Ik denk niet dat het bij ons zover komt. De islam zal de religie zijn die bij ons de komende decennia de moraal bepaalt. Ik bedoel dat niet per se negatief. Al vind ik het jammer dat het katholicisme bij ons dreigt te verdwijnen. Naar mijn smaak is dat een mooiere godsdienst, waarin de vrouw bijvoorbeeld een voornamere rol speelt. Maar dat is een theologische discussie."
Lege jurken lijkt bijna geschreven te zijn als een mentale oefening op het vaderschap. Hebt u plannen?
"Ik ben 35, soms komt de gedachte weleens enkele seconden in me op. Maar in wezen wil ik geen vader worden. Ik zou te streng zijn. En anderzijds ook te ongeïnteresseerd. Ik zou willen dat mijn zoon, want ik zie uiteraard meteen een jongen voor me (lacht), een fatsoenlijk mens zou worden, of wat ik persoonlijk daar dan onder versta. En zo zou ik voorbijgaan aan wat dat kind eigenlijk zelf met zijn leven van plan is. In werkelijkheid heb ik geen kinderplannen, maar vader worden fascineert me wel. Het vaderschap definieert je. Je wordt gedwongen om pontificaal in de wereld te staan. Dat lijkt me zowel aantrekkelijk als afschrikwekkend. Of liever gezegd, ik ben een kind van mijn tijd en vraag me af hoe ik alsmaar ouder ben kunnen worden, maar nooit echt volwassen. Ik heb een bepaalde heimwee naar de tijd waarin mannen van 35 vaders waren. Ook al hadden ze geen kinderen, toch hadden ze de uitstraling van een vader. Ik word hoe langer hoe conservatiever daarin. De laatste tijd onderneem ik wanhopige pogingen om me een bepaald soort van mannelijkheid toe te eigenen. Ik draag hoeden, heb de afgelopen zomer met een hoefijzersnor rondgelopen. Ik heb die weer afgeschoren omdat te veel mensen begonnen te leuteren over de gelijkenis met Freddy De Vadder. Soms vind ik mezelf terug terwijl ik met mijn loodjesgeweer horizontaal over de knieën in de keuken zit, een Kentucky Bourbon in de hand en een countrymuziekje op de achtergrond, om dan af en toe te mikken op een met water gevulde plastic fles in de tuin. Ik rook ook sigaren, tegenwoordig. Ik bedoel maar, je moet je mannelijkheid vandaag zelf verzinnen en verdienen. De mannelijkheid valt je niet langer in de schoot. Maar wat blijkt: ik blijf natuurlijk een overjaars jongetje dat zich als man verkleedt, dat alleen maar een rol speelt. Het blijft allemaal een vergeefse poging tot."
Uw boek is misschien geen voorbereiding op het vaderschap, het lijkt me toch een beschrijving van een gerijpte liefde, van een cruciaal punt in een relatie: erop of eronder. Bent u anders gaan denken over de liefde de afgelopen jaren?
"Een paar weken geleden dacht ik tot mijn eigen verbazing voor het eerst: ik zou zo lang mogelijk willen leven. Die gedachte heeft zeker te maken met mijn relatie met mijn vriendin. Ik wil niet onder de tram lopen, net zoals ik hoop dat zij dat niet doet. Bovendien voel ik de plicht om zorg te dragen voor mezelf. Ik heb liefde in mijn leven gekregen, en ik moet daar zorg voor dragen. Ik kan me vinden in de befaamde Bijbelse parabel van de talenten. Die begraaf je niet, je moet ze benutten. Als schrijver wil ik zo veel en zo goed mogelijk schrijven. Naast mijn liefde voor literatuur staat nu mijn liefdesrelatie. Ik zou me hopeloos mislukt voelen mocht ik die eigenhandig verknallen."
Op het hoogtepunt van de twijfel over hun relatie laat u Brandman en Alicia in een mooie scène eindelijk nog eens met elkaar vrijen. Overstijgt seks liefdesproblemen?
"Het bed is de plaats waar de twijfel zich het eerst laat voelen. Maar ook andersom. In Lege jurken ontvlamt de liefde opnieuw tussen de lakens. Zonder dat die liefde, dat gevoel van zekerheid, daarna evenwel blijft bestaan. De liefdesgevoelens die kunnen ontstaan tijdens seks blijken dikwijls zeer vergankelijk. Ik ben er zeker van dat elke prostituee dagelijks een klant heeft die in haar oor fluistert: 'Ik hou van jou', hetgeen in het vuur van de daad allicht de waarheid is. Een waarheid die gedoemd is om snel teloor te gaan, als de geile roes verdampt is. Seks bewijst in dat opzicht niets."
Wat is volgens u de omstandigheid waarin liefde zich dan wel toont?
"Echte liefde toont zich wanneer je geliefde zich op een grote afstand bevindt, en geen weet heeft van wat jij allemaal zou kunnen uitspoken. Als liefde niet alleen bestaat tussen jou en je partner, maar ook deel uitmaakt van jezelf, dan is ze echt, lijkt me. Als jij in Tokio zit, omringd door zeven naakte geisha's, en je vriendin zit in Gent en toch doe je niks, dan bewijst de liefde zich. Op dat moment leg je rekenschap af voor je daden aan de liefde die je voelt, niet louter aan je geliefde."
Een leuke vondst in Lege jurken is 'de kijker thuis', waardoor Lester Brandman zich meermaals bekeken en beoordeeld voelt.
"Eerst bedacht ik die formulering als een grapje, een verwijzing naar de televisiecolumns die ik wekelijks voor De Morgen schrijf. Maar gaandeweg klopte het steeds beter: Brandman beeldt zich voortdurend in dat hij wordt geobserveerd in zijn doen en laten, hij weet soms niet of hij zich in zijn fantasie bevindt of in de werkelijkheid."
Bent u eigenlijk meer of minder van televisie beginnen te houden door het schrijven van uw tv-columns?
"Ik bekijk vooral programma's in de VT4- en VTM-sfeer, omdat het merendeel van de nieuwe programma's zich nu eenmaal bevinden in de realitybranche die welig tiert op die zenders. Mijn medelijden is toegenomen. Niet zozeer met een bepaalde bevolkingsgroep, wel met de mens in het algemeen. Je ziet al die spartelende mannen en vrouwen die deelnemen aan die programma's, er werken zoveel mensen aan mee, er zijn zoveel kijkers elke week. Er straalt zo'n wanhoop vanaf. Mijn medelijden vertaalt zich ook in zelfmedelijden. Reality tv fungeert tenslotte ook als een spiegel die je toont hoe moeilijk het is om iets van je leven te maken."
Van welke programma's houdt u dan wel?
"Ik hou het meest van fictie. Het Eiland vond ik geweldig. Dat heeft alle ingrediënten van goeie fictie: het is grappig, herkenbaar en gênant. Het Eiland genereert hetzelfde zelfmedelijden als die realityprogramma's, maar dan op een troostende manier. Er komt catharsis bij kijken. Door reality tv word je uitsluitend platgeslagen.
"Het goeie aan reality tv is dat het je toch een venster op de wereld biedt. Je komt als kijker op een intieme manier in aanraking met een brede doorsnee van de bevolking. Vroeger zei men: in het leger leer je mensen van alle slag en soort kennen. De verplichte legerdienst is afgeschaft, en die functie is nu overgenomen door reality tv. Het helpt ons te beseffen hoe enggeestig en beperkt we allemaal toch zijn. Het laat mij bijvoorbeeld begrijpen waarom de helft van de bevolking hetzij op het Vlaams Belang, hetzij op Yves Leterme stemt, ook al ken ik niemand persoonlijk die dat heeft gedaan."
U bent ook fan van de broers Coen. Hebt u hun laatste film gezien, No Country For Old Men?
"Absoluut, ik heb hem afgelopen weekend zelfs een tweede keer bekeken. No Country For Old Men is een film die ook over moraal gaat, over de strijd tussen goed en kwaad. De goede cowboy stelt een prototypisch goede daad, bijna Bijbels van allure: uit wroeging en schuldbesef brengt hij water naar een zwaargewonde drugstrafikant. Die blijkt ondertussen gestorven en uiteindelijk moet ook de held het loodje leggen, terwijl de perverse huurmoordenaar op het einde zwaargewond geraakt maar dankzij puur geluk toch zijn toekomst tegemoet kan hinken. Een pessimistisch verhaal dat het goede confronteert met verleiding en zonde, en waarin het kwade zegeviert. De personages zijn niet alleen extreem goed of slecht, maar vooral ook herkenbaar. Dat blijft toch het belangrijkste in kunst: dat je door bizarre uitvergrotingen een stuk van jezelf herkent. Eerlijk gezegd vind ik Lege jurken wat dat betreft geslaagd. Lester Brandman is ook een extreem personage. Hij is op zijn manier behoorlijk waanzinnig. Maar tegelijk moet ik toegeven, er zit heel veel van mezelf in hem."
Verberg tekst